De creatie van een schilderij begint met een tekening

Het nog vage idee voor een nieuw schilderij ontstaat als een vluchtige tekening.
Deze tekening – een schets – wordt in meerdere sessies in detail verder uitgewerkt.
Alles op de zelfde schaal en grootte als het uiteindelijke schilderij.

De ondergrond en de Imprimatura

Het paneel krijgt een ondergrond door het met krijt te prepareren en te slijpen zodat er een papier glad oppervlak ontstaat.
De eerste egale kleur die je kan aanbrengen op de ondergrond wordt ook wel imprimatura genoemd.
Een gekleurde ondergrond maakt het gemakkelijker om de uiteindelijke toonwaarde goed in te schatten.
Een voorbeeld is ook dat opengelaten delen van het werk al vanzelf een toon hebben, in plaats van wit te blijven.
De kleur voor de ondergrond zal waarschijnlijk doorschemeren in het definitieve werk.
Het schilderij krijgt daardoor eerder een eenheid en harmonie.
Deze stappen worden in eitempera uitgevoerd.

Het kleurenspel

De afbeelding krijgt door met de kleuren te spelen body en karakter.
De verf bestaat uit eigeel, water, lijnzaadolie, hars en pigmenten.
Hierdoor kan er transparantie en verstrooiing van het licht ontstaan
De kleur in deze fase varieert van luchtig tot bijna dekkend.

Monnikenwerk – Detaillering

Nu breekt het langdurige proces van de detaillering aan: het glaceren.
Glaceren is een techniek waarmee je heel veel diepte, ja zelfs driedimensionaliteit kunt suggereren.
Daarnaast verkrijg je heel diepe kleuren die lijken te leven.
Dit laatste effect komt omdat licht door het glacis heen kan schijnen en weerkaatst op de onderliggende kleuren.
Zo lijkt een geglaceerd schilderij van kleur te veranderen als je het vanuit verschillende standpunten en belichting bekijkt.

Het schilderij wordt gevernist als alle verflagen gedroogd zijn met een Dammahars coating.
De Dammahars wordt gewonnen uit loofbomen, de Shorea wiesneri, die in het tropische regenwoud van Borneo veelvuldig voorkomt.